Share

Autobrief-omslag-DEF.indd

Wiebes beantwoordt Kamervragen over de strafrechtelijke aangifte tegen het ministerie van Financiën Staatssecretaris Wiebes heeft een tweetal series vragen van de Tweede Kamerleden Omtzigt (CDA), Van Klaveren en Bontes (beiden Groep Bontes/Van Klaveren) beantwoord over de strafrechtelijke aangifte die de president van Hof Arnhem-Leeuwarden (de president) tegen het ministerie van Financiën heeft gedaan wegens het beïnvloeden van getuigen. Wiebes geeft aan het daar niet mee eens te zijn; “Het gaat in deze zaak niet om het niet de waarheid spreken, maar om de vraag of een beroep op de fiscale geheimhoudingsplicht moet worden gedaan.” Waar gaat het over? De president heeft op 11 november 2014 namens het Hof aangifte gedaan tegen het ministerie van Financiën wegens het beïnvloeden van getuigen. Het Hof wil de verantwoordelijke personen binnen het ministerie, onder wie mogelijk staatssecretaris Wiebes en minister Dijsselbloem, strafrechtelijk laten vervolgen wegens verdenking van een misdrijf waar maximaal vier jaar gevangenisstraf op staat. Het Hof doet deze unieke aangifte nadat het ministerie van Financiën tijdens een slepende rechtszaak de instructie had gegeven aan twee getuigen om in de rechtszaal niet de waarheid te spreken. De twee ambtenaren die als getuige in een rechtszaak gehoord werden, hadden de instructie te zwijgen, terwijl ze geen verschoningsrecht hadden. Ze zwegen tegen de nadrukkelijk opdracht van het Hof in en dat was bovendien in strijd met een eerdere uitspraak van Rechtbank Gelderland. Uit de aangiftebrief van het Hof blijkt dat het ministerie van Financiën dit zwijgen tijdens de zitting als volgt goedpraatte: “Er spelen hier andere belangen en er heeft op hoge niveaus afstemming plaatsgevonden”, zei de landsadvocaat tijdens de zitting namens de Belastingdienst. De zaak draait om een tipgever die in 2009 namen en andere gegevens van zwartspaarders aan de Belastingdienst verkocht. De Belastingdienst – toen nog onder leiding van staatssecretaris Jan Kees de Jager – kocht informatie van die tipgever over mensen die in Luxemburg bij diverse banken waaronder de Rabobank voor miljoenen aan geld zouden hebben staan. Soms betrof die informatie niet meer dan enkele handgeschreven aantekeningen die moesten bewijzen dat iemand geld in Luxemburg verstopte. Het Hof wil alsnog de naam weten van de anonieme tipgever en wil nu dus de eindverantwoordelijken van het ministerie aanpakken, in plaats van de twee zwijgende ambtenaren te vervolgen voor meineed. In de aangiftebrief schrijft de president: “Het gerechtshof heeft evenwel begrip voor de benarde positie waarin de getuigen rijksambtenaren X. en Y. zich hebben bevonden.” Maar het tegenovergestelde geldt voor het ambtelijk bevel aan de ambtenaren om te zwijgen. De president schrijft: “Voor een dergelijk instructie (..) bestaat bij mij echter geen begrip. Dit is een gedraging binnen het apparaat van de Nederlandse Overheid waartegen artikel 162 Wetboek van Strafvordering de Nederlandse samenleving beoogt te beschermen.”

Share